De Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) is een wet die de arbeidsrelatie tussen zelfstandigen (zzp’ers) en opdrachtgevers in Nederland reguleert. Deze wet verving in 2016 de oude VAR-regeling (Verklaring Arbeidsrelatie) en had als doel om schijnzelfstandigheid te bestrijden en meer duidelijkheid te scheppen over of iemand echt als zelfstandige werkt of eigenlijk als werknemer moet worden beschouwd. In dit blog leggen we uit wat de Wet DBA inhoudt, wat de belangrijkste aandachtspunten zijn en hoe je als zzp’er of opdrachtgever kunt zorgen voor een goede naleving.
De Wet DBA is ingevoerd om de verantwoordelijkheid voor het vaststellen van de arbeidsrelatie tussen een zzp’er en een opdrachtgever bij beide partijen te leggen. Onder de VAR-regeling lag die verantwoordelijkheid vooral bij de zzp’er, maar met de DBA moeten zowel de zzp’er als de opdrachtgever beoordelen of er sprake is van een echte zzp-werkrelatie of een verkapte dienstbetrekking. De belastingdienst gebruikt drie belangrijke criteria om dit te beoordelen:
Als aan deze criteria niet wordt voldaan, kan de Belastingdienst de relatie als een dienstverband zien en de opdrachtgever verplichten om loonheffingen en sociale premies af te dragen.
De Wet DBA kwam er vooral om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Veel zzp’ers werkten feitelijk als werknemers, maar betaalden lagere premies en belasting dan mensen in loondienst. Dit leidde tot oneerlijke concurrentie en verlies aan belastinginkomsten. Ook kregen sommige schijnzelfstandigen niet de bescherming die normale werknemers genieten, zoals het recht op doorbetaling bij ziekte of ontslagbescherming. De DBA moest ervoor zorgen dat zelfstandigen echt als zelfstandigen worden behandeld en dat bedrijven geen fiscale voordelen halen uit schijnconstructies.
De praktijk bleek echter weerbarstig. Veel bedrijven en zzp’ers vonden het lastig om de regels goed toe te passen. Hierdoor ontstond er onzekerheid over wanneer een zzp’er nu echt zelfstandig werkte of toch als werknemer moest worden gezien. Dit leidde tot terughoudendheid van opdrachtgevers om zzp’ers in te huren, wat zorgde voor minder opdrachten voor zelfstandigen.
Vanwege de vele kritiek is de handhaving van de Wet DBA uitgesteld. Sinds de invoering in 2016 controleert de Belastingdienst alleen in extreme gevallen of er sprake is van schijnzelfstandigheid. De bedoeling is dat in 2025 nieuwe regels worden ingevoerd om dit probleem structureel aan te pakken, maar tot die tijd is er een handhavingsmoratorium van kracht.
Een belangrijk instrument binnen de Wet DBA zijn de modelovereenkomsten. Dit zijn door de Belastingdienst goedgekeurde contracten die zzp’ers en opdrachtgevers kunnen gebruiken om hun samenwerking vast te leggen. Als beide partijen volgens zo’n modelovereenkomst werken, is er meer zekerheid dat er geen sprake is van een dienstbetrekking.
Er zijn twee soorten modelovereenkomsten:
Het gebruik van een modelovereenkomst is echter niet verplicht. Zzp’ers en opdrachtgevers kunnen ook zelf een overeenkomst opstellen, zolang deze voldoet aan de regels van de Wet DBA.
Als zzp’er is het belangrijk dat je duidelijk communiceert met je opdrachtgever over de aard van de samenwerking. Om te voorkomen dat je onbedoeld in een dienstbetrekking terechtkomt, kun je de volgende zaken regelen:
Voor opdrachtgevers is het belangrijk om te voorkomen dat ze achteraf verantwoordelijk worden gehouden voor de loonheffingen van een zzp’er. De Belastingdienst kan namelijk alsnog oordelen dat er sprake is van een dienstbetrekking, met terugwerkende kracht. Om dit risico te verkleinen, kun je de volgende stappen ondernemen:
De Wet DBA is momenteel in een overgangsfase. De overheid is bezig met het ontwikkelen van nieuwe wetgeving om schijnzelfstandigheid effectiever te bestrijden en duidelijkere regels te bieden voor zowel zzp’ers als opdrachtgevers. Tot die tijd blijft de DBA van kracht, maar handhaving is beperkt. Voor zowel zelfstandigen als bedrijven blijft het belangrijk om de regels goed te begrijpen en zorgvuldig samen te werken.
De Wet DBA is bedoeld om schijnzelfstandigheid te voorkomen en duidelijkheid te bieden over de arbeidsrelatie tussen zzp’ers en opdrachtgevers. Hoewel de handhaving tijdelijk is opgeschort, blijven de risico’s van onjuist handelen bestaan. Door goede afspraken te maken, eventueel een modelovereenkomst te gebruiken en als zzp’er je zelfstandigheid te bewaken, kun je problemen met de Belastingdienst voorkomen. Voor meer informatie neem dan contact met ons op.